Egeltje

Je plantjes beschermen tegen slakken kan een hoop van je kostbare tijd kosten. Daarom is het ook goed te kijken naar een duurzamere oplossing dan snelle acties zoals zelf slakken rapen of bierblikjes neerzetten.

 

Voor een langetermijnoplossing is het ideaal als de slakkenpopulatie als onderdeel van een goed werkend ecosysteem onder controle wordt gehouden. Dit kost tijd, dus is niet een twee drie geregeld, maar biedt wel enorm veel voordelen ten opzichte van zelf allerlei trucjes te moeten uithalen.

 

Creëer habitat voor de natuurlijke vijanden van de slak

Niet heel veel dieren hebben de slak op hun dagelijks menu staan, maar ze zijn er zeker. Zo houden egels, padden en ook merels bijvoorbeeld van slakken of slakkeneitjes. Als je plekken creëert waar deze dieren zich fijn voelen, heb je meer kans dat ze zich gaan vestigen in jouw tuin en zo meehelpen de slakkenpopulatie onder controle te houden.

 

Egels houden van rommelige hoekjes, grote hopen met takken en oud blad waar ze zich in nestelen en overwinteren (maar dus niet te dichtbij je moestuin, omdat ook slakken zich daarin vestigen). Ook spitsmuizen en loopkevers (ook liefhebbers van slakken) trek je aan met rommelhoekjes en dikke mulchlagen van oud blad. Vervang schuttingen door hagen, zodat egels zich beter kunnen verplaatsen en er meer blad je bodem kan bedekken. Of koop of bouw een egelhuisje. Gebruik vooral geen slakkenkorrels, die zijn giftig voor egels.

 

Padden houden eveneens van vochtige verstopplekjes. Wat helemaal ideaal is, is een vijver of paddenpoel waar kikkers en padden in kunnen badderen en eitjes in kunnen leggen. Verdiep je voor de aanleg goed in hoe je dit doet. Zo is het bijvoorbeeld belangrijk dat de diepte minimaal 80-120 cm is, zodat kikkers, padden en salamanders beschermd tegen de vorst kunnen overwinteren op de bodem. Ook maak je de oever liever niet te steil, zodat egeltjes veilig kunnen drinken en uit het water kunnen klimmen.

 

Merels en sommige andere vogels hebben een andere tactiek. Die gebruiken grote stenen of harde bestrating om huisjesslakken kapot te laten vallen en daarna te verorberen. Zorg ook voor voldoende hagen en bomen deze vogels een schuil- en broedplaats bieden.

 

Heb je kippen? Laat die dan in het vroege voorjaar los in je tuin rondlopen, zodat ze slakkeneitjes kunnen opsporen wanneer je planten nog niet zijn uitgelopen. Als je de no dig methode gebruikt, kijk dan wel uit dat ze niet in je moestuin kunnen komen en daar de boel overhoop graven.

 

Bij voldoende ruimte kun je ook overwegen om Indische loopeenden in te zetten. Deze dieren zijn gek op slakken en naar verluid zelfs de naaktslak. Zelf heb ik geen ervaring met eenden, maar ik hoor er goede verhalen over.

 

Wil je nou nóg meer verdieping opdoen over hoe je jouw tuin biodiverser maakt? Dan is de Moestuinclub misschien wat voor jou. In dit online jaartraject nemen we een deep dive in alle facetten van het moestuinieren, met no dig en permacultuur als basis. En anders: tot de volgende blog!

Ja, ze zijn ook nuttig in de tuin, maar de meeste mensen zijn ze liever kwijt dan rijk. Voor veel mensen dan ook uitdaging en ergernis nummer één in de moestuin. Ik heb het natuurlijk over: slakken.

 

Door langdurig nat weer hebben slakken dit jaar de perfecte omstandigheden gehad om goed te overleven en zich voort te planten. Bovendien hebben ze lekker veel fris groen om op te eten. Ze zijn er dus in overvloed. Er valt niet aan te ontkomen! Zelfs hier op de zandgrond van de Struintuin vind ik ze in overvloed.

 

Hoe zorg je er nu voor dat de jonge plantjes deze veelvraten overleven? In deze blog geef ik je drie tips om slakkenvraat te voorkomen en tegen te gaan.

 

Wat je moet weten over slakken

Eerst even dit: slakken zijn eerst en vooral opruimers in de natuur. Ze eten oud en verzwakt blad, wat daardoor weer kan verteren tot compost, nieuwe plantenvoeding dus. Een hele nuttige functie.

 

Maar de meeste soorten slakken eten niet alleen oud blad, jonge frisse blaadjes vinden ze ook een lekker hapje. Sommige soorten geven daar zelfs de voorkeur aan. Jonge plantjes zijn dan ook het meest kwetsbaar voor slakkenvraat.

 

Niet alle oplossingen werken voor iedereen. Iedere tuin is anders en wat bij de een werkt, hoeft bij de ander geen succes te zijn. Experimenteer dus ook vooral om te zien wat in jouw tuin de juiste oplossing is.

 

Haal verstopplekken weg

Slakken verstoppen zich overdag op allerlei vochtige plekken. Bijvoorbeeld onder losse planken, potten, stenen, in kieren, onder vlonders, tussen de planten in een border. Ruim in de buurt van jouw moestuin dus zoveel mogelijk op om verstopplekken te voorkomen.

 

Haal ook oud vergeeld blad van bijvoorbeeld kolen zoveel mogelijk weg om slakken niet onnodig aan te trekken. Op warme dagen kan het ook helpen om in de vroege ochtend water te geven in plaats van in de avond. Slakken worden namelijk in de avond actief en worden aangetrokken door vocht.

 

Houd ze tegen

In en om de moestuin kun je barrières opwerpen door bijvoorbeeld paden met houtsnippers te gebruiken, of schelpengrit of ander scherp materiaal om de moestuin heen aan te brengen.

 

Individuele plantjes kun je ook op verschillende manieren beschermen. Knip bijvoorbeeld oude takken van bramen of Japanse wijnbes af en leg die om je plantjes heen. De stekels zorgen ervoor dat de slakken niet staan te popelen om hier overheen te klimmen. Er zijn ook koperen ringen te koop die je planten beschermen tegen slakken; die zijn wel aan de prijs. Er schijnt zelfs speciaal slakkenschrikdraad te koop te zijn, dat je bijvoorbeeld goed bij moestuinbakken kunt installeren.

 

Vang ze!

Op de lange termijn is het een geweldige oplossing om natuurlijke vijanden van de slak aan te trekken. Maar nu wil je gewoon snel een oplossing om je plantjes direct te beschermen. Dus is het zaak om zelf als natuurlijke vijand op te treden: we moeten aan de bak!

 

Slakken worden zoals gezegd ’s avonds in de schemering actief. Dan komen ze tevoorschijn om te gaan eten. Je kunt al dan niet met een zaklamp op slakkenjacht gaan om ze te rapen. Van veel moestuinders hoor ik dat dit voor hen de meest effectieve manier is om snel van je slakkenprobleem af te komen. Ik zag zelfs een verhaal van iemand die in twee avonden meer dan 2000 slakken had geraapt! Een paar slakken kun je nog wel kwijt op je composthoop (mits die niet al te dichtbij je moestuin is), maar grote aantallen wil je echt niet dichtbij je moestuin weer loslaten.

 

Ik ken ook moestuinders die zweren bij bier. Zet een schaaltje bier neer en de slakken komen vanzelf hierop af en verdrinken vervolgens. Qua dierenwelzijn weet ik niet hoe erg deze methode scoort (verdrinken lijkt me ook niet prettig, maar wellicht biedt de alcohol enige verlichting..). Wel weet ik dat zout en slakkenkorrels strooien niet is aan te raden. Zout geeft een hele nare en langzame dood en slakkenkorrels zijn ook schadelijk voor andere dieren, zoals bijvoorbeeld egels.

 

Die ook slakken eten trouwens! Maar daarover lees je meer in een andere blog.

 

Heb jij al een methode ontdekt die bij jou goed werkt? Of wat juist niet werkt? Altijd interessant om weer nieuwe oplossingen te horen, dus laat het me vooral weten via een DM of persoonlijk berichtje.

Om straks weer van de lekkerste stamppotten en patatten te kunnen genieten heb ik weer aardappels in de moestuin gepoot. Ik kijk er nu al naar uit om straks te gaan schatgraven met mijn dochters en die bakken vol nieuwe aardappels te oogsten!

 

Zo gaaf om te zien hoe zo’n kleine pootaardappel zich als een malle kan vermenigvuldigen. Maar er zijn wel een paar aandachtspuntjes.

 

Een paar tips deel ik hier graag met je:

 

Let bij de pootaardappels op welk type je kiest: ga je voor vastkokende of kruimige aardappels? Ieder ras heeft zijn eigen smaak en kenmerken.Let ook op de planttijd. Vroege aardappels plant je al half maart. Middellate en late soorten kunnen in april of sommige zelfs begin mei nog gepoot worden. De ene soort is beter bewaarbaar dan de andere, dus check dit even als je er de hele winter mee door wilt.Ik kies in ieder geval altijd voor biologisch pootgoed, zodat ik weet dat er geen gifresten in mijn tuin komen.

 

Plant ze 5-10 cm diep op een afstand van ongeveer 40 x 50 cm van elkaar.

 

Voorkiemen (op een warme plek binnen laten ontspruiten) mag, maar is zeker geen must! Een aardappel is een supersterke kiemer, zelfs een stuk schil kan alweer een nieuwe plant vormen.  Je kunt bij koud weer desgewenst nog een tijdje vliesdoek over je moestuinbed heen leggen om de warmte wat beter vast te houden.

 

Als de planten zich verder ontwikkelen, kun je ze evt aanaarden in juni, zodat de nieuwe knollen allemaal goed onder de grond blijven. Door zonlicht worden ze namelijk groen en die delen zijn giftig.

 

Een uitdaging bij de teelt van aardappels is Phytophtora ofwel aardappelrot, een schimmel die zich ontwikkelt als het veel regent. Je ziet dan bruine plekken ontstaan op de bladeren en de stelen.Haal aangetast blad zo snel mogelijk weg en is er geen redden meer aan, oogst dan de aardappels vroegtijdig. De ziekte gaat namelijk uiteindelijk ook de knollen zelf aantasten en die worden dan oneetbaar. Gooi de aangetaste delen niet op de composthoop, maar doe ze bij het gft in de kliko om verdere verspreiding te voorkomen.

 

Nog een ongewenste gast is de coloradokever. Dit ronde geel-met-zwart-gestreepte kevertje legt geel-oranje eitjes aan de onderkant van het blad. De larven doen zich tegoed aan het loof, waardoor de plant niet genoeg groeit en ook geen knollen kan vormen. Uiteindelijk sterft hij af. De coloradokever heeft naast de mens geen natuurlijke vijanden in Nederland. Haal de eitjes, larven en kevers dus zo snel mogelijk weg en controleer wekelijks je planten.

 

Zodra de plant voor ongeveer twee derde is afgestorven, is het tijd om te oogsten! Ook met de no dig methode is dat prima te doen (zonder spitten dus), door simpelweg de plant voorzichtig los te trekken en de knollen uit de grond te halen. Check voor een voorbeeld dit filmpje dat ik op Insta postte.

 

Die frieten komen dus niet zomaar op je bord, maar met een beetje aandacht en geduld kun je daar straks extra van genieten!

No dig wordt nogal eens aangeprezen als een onkruidvrije moestuinmethode. En het is ook zo dat je de eerste jaren na de aanleg van je moestuin een hele lage onkruiddruk hebt. Een no dig moestuin is heel snel aan te leggen en ziet er vaak superstrak uit.
Maar in hoeverre je dit in de hand kunt houden is afhankelijk van een aantal factoren. En die neem ik in deze blog graag met je door.

 

Eerst nog even iets over onkruid. Onkruid is eigenlijk een verzamelnaam voor wilde planten die groeien op een plek waar jij iets anders wilt laten groeien. Sommige mensen hebben moeite met de term onkruid, wat ik best kan begrijpen, want wilde planten hebben hele nuttige eigenschappen. Maar groenten hebben ruimte nodig om te kunnen groeien, dus je wilt concurrentie met andere planten vermijden.

 

Wat voor soort compost gebruik je bij de aanleg?

De meeste mensen hebben niet de volumes compost die nodig zijn voor de aanleg van een no dig moestuin zelf in huis, dus beginnen met compost die bijvoorbeeld van GFT of bladresten is gemaakt. Industrieel verwerkte compost is verhit tot soms wel 80 graden Celsius. Daarbij leggen waardevolle micro-organismen jammer genoeg het loodje, maar het voordeel is dat ook onkruidzaden hun kiemkracht verliezen. Daardoor zal je de eerste periode na de aanleg weinig onkruid zien op bedden die met deze compost zijn gemaakt. Omdat je ook niet hebt gespit, heb je geen andere zaden naar de oppervlakte gewoeld die daar zouden kunnen ontkiemen.

 

Gebruik je huisgemaakte compost die koud is gecomposteerd of bijvoorbeeld verteerde paardenmest, wees je er dan van bewust dat er waarschijnlijk onkruid- of graszaden in zitten.

 

Maar.. onkruidzaad zal ook altijd komen aanwaaien. En dus is het onontkoombaar om te wieden.

 

Is de afmeting van je moestuin in balans met de hoeveelheid tijd die je eraan kunt besteden?

Heb jij een moestuin die is afgestemd op jouw planning en ritme, dan kost het je weinig moeite om het onkruid onder controle te houden. Het is vooral belangrijk dat je met wieden er supersnel bij bent, dus het liefst vlak na het ontkiemen. Dat kan bijvoorbeeld met een pendelschoffel, daarmee schraap je snel over het oppervlak en snijd je de minuscule kiemplantjes weg.
Maar heb je een moestuin die groter is dan je redelijkerwijs kunt bijhouden, dan krijgt het aangewaaide onkruidzaad de kans om zich te ontwikkelen tot een grotere plant en zal je toch moeten gaan wieden. In sommige gevallen kan het zelfs zijn dat je zelfs een spitvork nodig hebt – wel dig dus – als het te ver uit de hand is gelopen.

 

Ook vanuit de randen van je moestuin kan er gras en onkruid in je moestuinbed groeien, zeker als je hebt gekozen voor onverhoogde bedden. Gebruik dan regelmatig een graskantsteker om de boel netjes te houden. Het is aan te raden om dit in ieder geval eens per maand te doen.

 

Is het nou superlastig dat vervelende onkruid de hele tijd?

 

Persoonlijk vind ik wieden heel rustgevend. Ik kan het zonder problemen de hele dag doen. Maar ook als je er niet van houdt kan het mechanisme van het ontspruiten heel bemoedigend zijn. Ik vind het juist heel mooi dat de natuur zo krachtig is, dat het de aarde continu wil herstellen. Wat er ook gebeurt, je weet dat de natuur altijd overleeft. Want dat is de functie van onkruid, herstel van de vruchtbaarheid. Of successie zoals dit proces ook wel wordt genoemd. Zodat het uiteindelijk een prachtig bos vormt.
Dan wel liever net buiten mijn moestuin natuurlijk.

 

Wat is jouw ervaring met je moestuin? Heb je al een no dig tuin en heb je dezelfde ervaring met onkruid? Als je hierover wilt kletsen of nog een vraag hebt, stuur me gerust een PB via Facebook of DM via Instagram.

Op de Struintuin is altijd wel werk te verschaffen, dus hulp is welkom. Heb je zin om lekker je handen uit de mouwen te steken en in de buitenlucht te werken?

 

Denk aan:

nieuwe groentebedden maken compost of houtsnippers uitrijden planten in de grond zetten water geven

 

Meld je dan bij ons aan als vrijwilliger. Dat kan voor de woensdag of vrijdagochtend.

 

Wil je meer weten of je aanmelden? Stuur een mailtje naar tuinder Hanna: hanna@struintuin.com of bel/app 06-42128690. Hopelijk tot snel!

Over de Struintuin

natuurlijke landbouw

De Struintuin is een pluktuin voor verse groenten, fruit en bloemen. We werken op een natuurlijke manier, zonder gif en ook zonder te spitten. Ook zorgen we voor bloemen en planten die nutt...

Lees meer

Zelf oogsten

kraakverse groenten

Wil jij ook zelf komen oogsten? Dat kan tijdens het teeltseizoen (mei – november) zeven dagen in de week. Het aanbod wisselt per seizoen. Wat er klaar is om te oogsten vind je terug op de we...

Lees meer

Actueel

maandag juni 29, 2020

Meehelpen?

Op de Struintuin is altijd wel werk te verschaffen, dus hulp is welkom. Heb je zin om lekker je h

Lees meer
onkruid wieden met no dig
vrijdag april 12, 2024

Een onkruidvrije moestuin bestaat niet. En dat is maar goed ook.

No dig wordt nogal eens aangeprezen als een onkruidvrije moestuinmethode. En het is ook zo dat

Lees meer
woensdag april 17, 2024

Een paar weetjes over piepers

Om straks weer van de lekkerste stamppotten en patatten te kunnen genieten heb ik weer aardappels

Lees meer

Je interesse gewekt?

schrijf je in voor de wekelijkse nieuwsbrief